Voel je thuis in vakwerk
Vakwerk. Dat is niet alleen een mooi compliment, het is ook een bouwstijl die vaak geassocieerd met woningbouw in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Maar ook in Nederland en zelfs in Japan komen vakwerkhuizen voor. Waar komt die karakteristieke bouw vandaan?
Snel én comfortabel bouwen
In de 12e eeuw nam de Europese bevolking behoorlijk toe. Er was weinig natuursteen voorhanden voor de bouw van stenen huizen.
Het vakwerkhuis was eigenlijk een eenvoudige oplossing voor dit probleem. Met houten balken, takken en leem of klei, werden huizen gemaakt die snel opgebouwd en afgebroken konden worden.
De naam vakwerk is terug te voeren op de bouwwijze. Je maakt een balkenconstructie van diverse maten balken. De vakken die dat proces open laat vul je op met een vlechtwerk van twijgen of vitsroeden. Dat kun je vervolgens met mengsels van leem en stro invullen, afdichten met kalk, en voila! Een water- en winddichte muur van substantie, die vanwege de stro ook nog eens aardig isoleert.
Middeleeuwse bouwvergunningen
Dat makkelijke afbreken en opbouwen was in de middeleeuwen een voordeel, omdat het stelsel van bouwvergunningen nogal onzeker was. Was de grondbezittende adel genegen om je een huis te laten bouwen op hun land? Met vakwerk stond het huis, boerderij of werkplaats er lekker snel. En moest je jarenlang wachten op die permissie, of kreeg je die uiteindelijk helemaal niet? Dan was het gebouw dankzij deze techniek zo weer afgebroken en elders weer opgebouwd.
Decoratief vakwerk
Het decoratieve vakwerk nam een behoorlijk vlucht in de villabouw van de 18e en 19e eeuw. Het ging hierbij enkel om ornamentiek, om het huis een uitstraling te geven van ‘die goede oude tijd’. Iets wat in de romantiek veel werd gedaan.
Vakwerk in je vloer
Stampleem is een techniek die schatplichtig is aan de vakwerktechniek. Bij stampleem worden klei, steentjes, zand en fijn zand (silt) in een bepaalde verhouding gemixt. Het is de bedoeling dat telkens lagen van 10 tot 20 centimeter van deze mix aangestampt worden tot een stevige vloer. Door rekening te houden met het vochtgehalte van de ondergrond ontstaat verdichting. Door de verhoudingen iets te wijzigen kun je ook decoratieve kleurverschillen maken.
Eigentijds vakwerk
Een noemenswaardige variant in onze eigen tijd is het bouwen met stro. Het materiaal is licht, makkelijk te verbouwen, isoleert geweldig en laat zich makkelijk voegen naar de vorm waarin je het wilt hebben. Vocht brandveiligheid zijn wel een issue, maar er zijn genoeg manieren om dit te neutraliseren.
Leem is een product dat zich nog steeds goed laat combineren met hooi. Het is een wereldwijd verspreide techniek. In de opengewerkte muur hierboven kun je fraai de combinaties van bouwen zien: de bakstenen waarin het houten frame verwerkt zit, het onregelmatige raamwerk van de takken, dichtgesmeerd met leem. Alleen de kalk ontbreekt hier nog.
Duurzaam bouwen
Kijk eens of je in je eigen omgeving iets kan herkennen van deze oude en nog altijd springlevende technieken. En als je zelf een woning wil (laten) bouwen, verdiep je dan ook in deze technieken en hun hedendaagse toepassingen. Ze zijn duurzaam, vaak ook nog circulair en het materiaal komt vanuit je eigen omgeving. Vakwerk is dus ook bouwen met een kleine footprint.
Dat vakwerk weer helemaal hip is bewijst ook de Winterschule, in het Zwitserse Ule. Hier zijn allerlei lokale ambachtelijke handwerken actueel én populair. Ook proberen? Dan moet je even geduld hebben, want de klassen zitten momenteel zo vol dat ze een tijdelijke stop op de aanmeldingen hebben gezet.
Meer weten over duurzaam (ver)bouwen?