Ben jij een ‘Da Vinci-manager’?
Column van Marc-Peter Pijper
Van moderne leidinggevenden wordt verwacht dat ze alleskunners zijn. Er lopen echter maar weinig Leonardo da Vinci’s rond in het management, weet Marc-Peter Pijper. En dus moet het anders…
Wat zou het toch mooi zijn als ik kon schilderen. Dat ik met een paar rake penseelstreken het post-impressionistische werk van Vincent van Gogh of het abstracte van Piet Mondriaan op een doek krijg. Het is knap als je ook maar één van die stijlen onder de knie zou hebben, en redelijk briljant als je ook nog kunt beeldhouwen.
Of nog cooler, dat je naast kunst meerdere disciplines tot in perfectie beheerst. Dat je baanbrekende uitvindingen bedenkt, gebouwen ontwerpt, anatomie en scheikunde snapt, en ga zo maar door. Heeft er überhaupt zo iemand bestaan? Toch wel: Leonardo da Vinci. Waarschijnlijk één van de veelzijdigste individuen ooit, een toonbeeld van de verlichte renaissancemens.
Een Leonardo da Vinci als leidinggevende
Hoe zou het zijn als jouw leidinggevende een soort Leonardo van het management was? Dat ie net zoveel verschillende kwaliteiten combineerde? Dat ie de kunst van persoonlijke coaching perfect beheerste? Met je kon praten over hoe je in je vel zit, wat jouw stip op de horizon is. Een manager die perfect de prioriteiten stelde voor het team, optimaal het werk verdeelde, en iedereen aan het eind van het jaar ook nog eens een motiverend en inhoudelijk functioneringsgesprek voorschotelde.
Én een veilige, open sfeer wist te creëren. Iemand die jij moeiteloos kon voorzien van goede, constructieve feedback. Omdat die manager dat waardeerde en het helemaal niet meenam in de afweging voor jouw salarisverhoging dat jaar. Je raadt het al, van zulke Da Vinci-managers lopen er vrij weinig rond.
Tegenstrijdigheden
Ondertussen wordt zo’n multitalent vaak wel van de moderne leidinggevende verwacht. Coachend leiderschap was tot voor kort de mode, tegenwoordig is dienend leiderschap erg hip. In beide stromingen zie ik een contradictio in terminis. Als coach wil je mensen in hun kracht zetten, zodat ze zelf beslissingen nemen en ondernemend aan de slag kunnen.
Maar als puntje bij paaltje komt, is het de leider die over ze beslist. En wanneer je je als leidinggevende dienend opstelt, dan is dat vanuit een nogal arrogant idee dat jíj weet dat dat het beste is voor ‘jouw’ mensen. Die leiders klagen dan vaak dat ‘hun’ mensen ‘geen autonomie pakken’. Allemaal vanuit het idee dat autonomie überhaupt gegeven kan worden – een nogal hiërarchische insteek.
Alle rollen bij één persoon
Voor al deze rollen is stuk voor stuk een uniek talent nodig is. Toch blijft er de onuitputtelijke behoefte om al die rollen bij één persoon te zoeken. Alsof de Leonardo’s aan de boom groeien. Een onmogelijke opgave dus, en daarom een belangrijke reden voor frustratie bij zowel de medewerkers als de leidinggevende.
Het verbaast mij dan ook niet dat volgens het wereldwijde medewerkersonderzoek van Gallup slechts 15 procent van de beroepsbevolking bevlogen op het werk verschijnt. En dat TNO concludeert dat liefst 17 procent van de werkenden in Nederland kampt met burn-out-gerelateerde verschijnselen. Geloof me, daar zitten een heleboel collega’s tussen die tegen hun wil tot Da Vinci-manager werden gebombardeerd.
Iedereen een leider
Hoe moet het dan wel? Iedereen zou een leider moeten zijn. Leider in de rollen waarvoor ze talent hebben, niet een leider omdat het een functie is. Als je nu een ‘traditioneel’ leider bent, kijk dan eens in de spiegel. Ben jij écht een Da Vinci-manager? Waarschijnlijk niet, en dat is helemaal niet erg. Je hebt een unieke set talenten, die nu waarschijnlijk niet volop tot hun recht komen. De grootste rol die je hebt is in eerste instantie dienend te zijn aan de bedoeling van de organisatie. Wat voegen we als bedrijf toe aan de wereld? En dat communiceer je richting je collega’s.
Laat ze vervolgens in hun teams zelf uitdokteren wat zij toevoegen aan die bedoeling. Laat ze zelf de rollen bedenken, zeggenschap en verantwoordelijkheden verdelen, ook als het gaat over het leveren en monitoren van de resultaten. Ze komen vanzelf bij je terug om je aan te spreken op jouw talenten. Dat is een omgeving waar échte kunstwerken ontstaan.
Deze column verscheen op 4 juli 2021 op PW.