Beleggingshypotheek: zo werkt het
Tegenwoordig kun je uit nog maar een paar verschillende aflosvormen kiezen: de annuïtaire, de lineaire hypotheek en onder voorwaarden de aflossingsvrije hypotheek. Vóór 2013 viel er echter meer te kiezen. De beleggingshypotheek was toen ook een mogelijkheid. Hieronder leggen we uit wat dit precies inhoudt en hoe zit met het overgangsrecht als je momenteel nog een beleggingshypotheek hebt lopen.
Kenmerken beleggingshypotheek
De beleggingshypotheek heeft de volgende kenmerken:
- De constructie bestaat uit twee delen: een hypotheeklening en een beleggingsrekening
- Je betaalt geen verplichte maandelijkse aflossing op je hypotheek, alleen rente
- Daarnaast leg je wel verplicht een maandelijks een bedrag in op je beleggingsrekening
- Pas aan het eind van de looptijd moet je je hypotheeklening aflossen
Vermogensopbouw bij een beleggingshypotheek
Bij een beleggingshypotheek is de hypotheeklening verbonden met een beleggingsrekening. Het vermogen dat op de beleggingsrekening wordt opgebouwd, wordt op de einddatum van de hypotheek gebruikt om de lening (deels) af te lossen. Hoeveel je daadwerkelijk kunt aflossen, hangt af van het beleggingsrendement tijdens de looptijd van je lening.
De risico’s van beleggen
Bij de beleggingshypotheek wordt het geld dat je op de beleggingsrekening stort op een bepaalde manier belegd. Er bestaan grofweg twee soorten beleggingshypotheken. Bij de eerste vorm wordt de premie die je betaalt belegd in beleggingsfondsen. Bij de tweede vorm (ook wel levenhypotheek genoemd) wordt je geld belegd via een levensverzekering.
Beide vormen brengen (net als ‘normale’ beleggingen) financiële risico’s met zich mee. Je kunt er niet zeker van zijn dat je aan het eind van de looptijd genoeg vermogen hebt opgebouwd om je hypotheekschuld af te lossen. Vaak kun je wel zelf je risicoprofiel kiezen; wil je een hoog risico met mogelijk een hoger rendement, of ga je voor de veiligere optie?
Als je beleggingen weinig opleveren, loop je een vergroot risico op een restschuld. Zo’n restschuld ontstaat als de waarde van de woning op het moment van verkoop lager is dan de uitstaande hypotheek. Gaat het juist de goede kant op met je beleggingen? Dan kan je geld overhouden na het aflossen van je hypotheek.
Kortom: de beleggingshypotheek is vergeleken met de annuïtaire en lineaire hypotheek een risicovolle hypotheekvorm. Ten opzichte van een annuïtaire of lineaire hypotheek moet je bij een beleggingshypotheek ook vaak iets meer rente betalen.
Tip: Door wel extra af te lossen op je hypotheek kun je je risico flink verlagen. Let er echter op dat je vaak aan niet zomaar boetevrij extra kunt aflossen. De voorwaarden hiervoor verschillen per geldverstrekker.
Overgangsrecht en oversluiten
Sinds 1 januari 2013 is het dan ook niet meer mogelijk om een nieuwe beleggingshypotheek af te sluiten. Heb je vóór die datum nog een beleggingshypotheek afgesloten? Dan kun je dankzij het overgangsrecht deze hypotheekvorm gewoon behouden. Je recht op hypotheekrenteaftrek blijft (onder bepaalde voorwaarden) ook bestaan.
Wil je je beleggingshypotheek oversluiten naar een annuïtaire of lineaire hypotheek? Dat kan natuurlijk ook. Het geld dat je hiermee vrijmaakt kun je dan gebruiken om een deel van je hypotheek af te lossen te betalen. Of het ook daadwerkelijk de voordeligste oplossing is, is afhankelijk van je situatie.
Wat is in jouw situatie verstandig?
Ben je benieuwd of het voor jou de moeite waard is om je beleggingshypotheek over te sluiten? Maak een vrijblijvende afspraak met een van onze adviseurs. We denken graag met je mee!