Intermediair: Topman én topvader, gaat dat samen?
Kan een topman vrij nemen voor de eindmusical van zoon- of dochterlief? Drukke professionals willen wel tijd maken voor hun gezin maar weten niet altijd hóé.
Dit artikel is geschreven door Robert Heeg en gepubliceerd op Intermediair. Het originele artikel is hier te vinden.
Toevallig had Tom van der Lubbe de dag voor ons gesprek enkele businesspartners van een grote financiële instelling een e-mail gestuurd met de mededeling: ‘Helaas kan ik niet fysiek aanwezig zijn bij de geplande meeting, maar schuif online aan. Mijn zoontje van acht heeft een theateropvoering en verwacht – niet onterecht – dat zijn papa daar ook komt kijken ;-)’
Hij stuurt zulke mails niet dagelijks, maar het is wel tekenend voor hoe hij zijn drukke baan als ondernemer combineert met zijn gezinsleven. Van der Lubbe is een van de vier co-founders van hypotheekadviseur Viisi. In zijn coördinerende rol is hij onder meer verantwoordelijk voor business development. Hij woont en werkt in Zwitserland, omdat zijn vrouw er COO is van LiveWell, een dochteronderneming van de Zurich Insurance Group.
Samen hebben ze twee zoontjes van acht en zeven. ‘Christine heeft een mondiale functie met vaste werktijden en afspraken. Ik werk weliswaar ook 60 uur per week, maar ben flexibeler. Ik ben bijvoorbeeld wel alle kindervakanties vrij. Dan ben ik nog steeds bereikbaar, maar het voelt toch anders. Doordeweeks ben ik degene die de boodschappen doet, met de kinderen naar de tandarts gaat en ze van school haalt. Volgens de conservatieve gezinsopvattingen zijn de rollen bij ons dus precies omgedraaid.’
Kostwinnersdruk en status
Van der Lubbe voldoet aan de definitie van goed vaderschap die expert genderongelijkheid Ragna Heidweiller schetst: nadenken over wat voor man, partner en/of vader je wilt zijn. ‘Wat vind je echt belangrijk? En handel je daar ook naar?’ Dat laatste gebeurt lang niet altijd. ‘Veel mannen zeggen dat ze gelijkwaardigheid heel belangrijk of zelfs vanzelfsprekend vinden, maar geven daar geen invulling aan.’ Ze noemt kostwinnersdruk als een van de oorzaken, naast de verwachtingen die werkgevers van mannen hebben en het achterhaalde overheidsbeleid dat ervan uitgaat dat vrouwen de zorg op zich nemen.
In haar boek In Voor- en Tegenspoed constateert Heidweiller dat de taken thuis vaak nog ongelijk verdeeld zijn. ‘Carrièremannen zitten hier beduidend minder vaak mee dan vrouwen. Wel willen steeds meer mannen echt meer zorgen, maar ze weten niet hóé.’ Voor mannen met een topbaan kan het ook lastiger zijn omdat zo’n functie maatschappelijke status heeft, erkent Heidweiller. ‘Veel geld verdienen heeft die status ook, maar zorg geven niet.’ Gesprekken tussen partners lopen meestal vast, en dat noemt zij een gemiste kans. ‘Mannen weten vaak niet dat hun actieve participatie in de zorgtaken een bewezen positieve invloed heeft op de partnerrelatie en op de band met de kinderen, maar ook op hun cognitieve en sociale ontwikkeling en de inkomenskloof.’
Uitgeput op de bank
Auteur Jolanda Horsten interviewde voor haar boeken Topvaders en Topmoeders meerdere kinderen van drukke carrièreouders. Ze merkte dat de meeste kinderen wel oké waren met de aandacht die ze kregen, al werd er hier en daar wat gemopperd. ‘De dochter van Anneliese Bergman, destijds hoofdredacteur van Margriet en tegenwoordig van Psychologie Magazine, zei dat haar moeder thuis best chagrijnig kon zijn, vooral als ze van haar werk kwam. Ze viel dan vaak uitgeput op de bank in slaap.’
Horsten gelooft dat kinderen gevormd worden door een referentiekader dat grotendeels wordt gevormd door hun ouders. ‘Kinderen van topmoeders vinden het bijvoorbeeld belangrijk dat hun partner ook werkt. Kinderen van topvaders, die vaker een moeder hadden die veel thuis was, vonden het veel minder een probleem als hun partner niet of veel minder zou werken. De traditionelere rolverdeling leek voor hen eerder een optie dan voor de kinderen van topmoeders.’
Horsten ziet de rolverdeling binnen het gezin wat veranderen, met name nu thuiswerken veel gebruikelijker is en het ouderschapsverlof voor vaders is uitgebreid. ‘Dat zijn allemaal zaken die het afstemmen van een carrière op kinderen makkelijker maken. Daarnaast lijken de kinderen zelf veranderd: Generatie Z vindt dat er meer is in het leven dan werken en hecht meer waarde aan de werk-privébalans.’
Fair partnerschap
Het is volgens Heidweiller wel degelijk mogelijk om binnen het gezin een grotere rol in te ruimen voor goed vaderschap. Maar ze weet dat 75 procent van de aanstaande ouders daar niet eens over praat. In haar Werkboek voor de Ideale Rolverdeling geeft ze een praktisch plan van aanpak voor een gelijkwaardig partnerschap. ‘Denk samen na over vragen als: wie neemt die uren op zich? Vinden wij dat fair? Welk effect heeft dat op het inkomen van het gezin? Wat doet dat met de arbeidsmarktkansen van elke partner? Hoe zou het zijn als we allebei wat minder betaald werk gingen doen en de zorg samen oppakten?’ Veel werkgevers zijn volgens haar bereid om hierover mee te denken, dat levert immers loyalere werknemers op die minder vaak uitvallen.
Van der Lubbe ziet dat in zijn eigen organisatie, waar principes als people first en family first in de bedrijfscultuur zijn ingebakken. ‘Als er thuis iets speelt, dan moeten werknemers daar altijd eerst aandacht aan besteden. Ga naar huis, los het op, anders ben je er toch niet bij met je hoofd. Ik zeg altijd tegen al onze mensen: Viisi is niet zo belangrijk. Al onze medewerkers kunnen elkaars agenda’s inzien. Zo kan iedereen er rekening mee houden dat ik maandag met mijn zoon bij de dokter ben voor controle.’
Prachtig maar intens
Heidweiller adviseert echte carrièretijgers om hun werk in perspectief te plaatsen als ze een kinderwens hebben. ‘Wat geeft betekenis en voldoening? En hoe kun je de wens om te werken én te zorgen op een gezonde manier verweven als partners? Denk daarbij ook aan hulp van een breder netwerk buiten het kerngezin.’ Van der Lubbe en zijn vrouw kunnen als drukke dubbelverdieners niet zonder hun fulltime nanny, geeft hij toe. ‘Ik realiseer me natuurlijk dat dat niet voor iedereen betaalbaar is, maar je ziet ook vaak dat opa’s en oma’s bijspringen. Wij hebben die niet in de buurt.’
Horsten raadt professionals aan om vooral aan kinderen te beginnen als zij dat willen. Maar ze voegt eraan toe: ‘Bedenk vooraf hoe je vorm wilt geven aan je ouderschap. Eventuele onenigheid vecht je liever vóór de conceptie uit met je partner. Begin er niet aan als je het belang van je kind niet voorop kunt stellen. Ouderschap is prachtig, maar ook intens.’
Dat laatste beaamt Van der Lubbe. ‘Tijd is alles. Je kinderen zien opgroeien, dat is iets wat je niet kunt inhalen. De eerste tien, vijftien jaar zijn waarschijnlijk de belangrijkste, ik denk dat ze daarna vooral hun eigen gang gaan. Ik ben dankbaar voor elke dag die ik met mijn kinderen doorbreng.’ Dat dat besef nog niet bij alle vaders is doorgedrongen, ervaart hij dagelijks. ‘Op het schoolplein of in de Whatsappgroep zie ik nog steeds vooral vrouwen.’